Panchagarh, Thakurgaon, Dinajpur en Dhaka
Door: Daphne
Blijf op de hoogte en volg Daphne
30 November 2010 | Bangladesh, Dhaka
Tot mijn spijt is het er de afgelopen dagen niet van gekomen een blog te schrijven, ik heb nu dus een aantal dagen bij te werken.
Te beginnen met vrijdag, onze vrije dag. Aangezien er die dag bij TLM niks voor ons op het programma stond, zijn mijn vader en ik zelf op pad gegaan. We hebben meteen de eerste afslag van de grote weg genomen en hebben een flinke wandeling gemaakt op het platteland. Zoals inmiddels aan gewend, weer de nodige aandacht getrokken in de dorpen die we passeerden. Bengalen kunnen je zó lang en zó indringend blijven aankijken, dat je niet weet of je je nou welkom moet voelen of maar beter snel door kan lopen.
Zaterdag was een drukke, maar boeiende dag. Door miscommunicatie zaten mijn vader en ik braaf klaar om te vertrekken om 7 uur ’s ochtends, maar kwam onze gids pas na half 8 aanzetten. We hebben met hem een uitstapje gemaakt naar het meest noordelijke punt van Bangladesh, het district Panchagarh. We kwamen zeer vlak langs de grens met India. De grens is geheel afgesloten door een hek en je kan ook maar beter niet proberen daar langs te komen, maar tóch heb ik even in India gestaan, aangezien een aantal meter vóór het hek ook al Indiaas grondgebied was. Het was dan wel niet veel meer dan een meter, voelt toch goed om ook in India geweest te zijn. Volgens de gids kan je in tijden van spanning tussen de twee landen zelfs dit soort grappen maar beter vermijden.
We zijn tijdens onze tocht langs geweest bij het plaatselijke TLM kantoor en een klein ziekenhuisje. Dit waren slechts korte stops met enkele meetingen met doktoren en we hebben daar dan ook nauwelijks patiënten gezien. Ook hebben we, heel wat anders, een theefabriek van binnen gezien. Toen we vooraf op de theeplantage enkele theeblaadjes bestudeerden, konden we er niks bijzonders aan ontdekken. Het was dan ook zeer interessant om stapje voor stapje te zien hoe deze bladeren worden verwerkt, tot uiteindelijk het gewenste product ontstaat. Hoe verder in het proces, hoe sterker de geur van thee te ruiken was. Erg bijzonder, want er werd echt niks aan toegevoegd, de thee is puur afkomstig van het blad. Na het bezoek aan de theefabriek zijn we doorgereden naar een nog niet eerder bezochte TLM locatie, in het district Thakurgaon. Hier hebben we gelunched (en alweer kip met rijst) met een aantal werknemers. Blijft bizar om te zien hoe ze, zelfs de rijst, met hun handen eten. Ook het slurpen, roggelen, boeren en uitgebreid neuzen ophalen vind ik moeilijk om aan te wennen.
Onze volgende stop was bij een soort kermis, in het district Dinajpur. Het wordt een kermis genoemd, maar ik kon slechts één primitief soort reuzenrad (met in totaal 3 bakjes) ontdekken, dus blijkbaar wordt hier wat anders verstaan onder een kermis dan wij gewend zijn. Het was vooral weer één grote chaos, met veel kraampjes waar ze alles verkochten wat je vooral niet wilt hebben, met veel geuren die je liever niet wilt ruiken en met harde, ontoepasselijke muziek en getoeter van motors en riksja’s die een poging doen het smalle, veel te drukke, looppad te passeren. Wat we vooral niet hadden verwacht is dat we na één smal steegje gepasseerd te hebben, op een plein terecht kwamen waar de prachtige Kantanagar hindoe tempel te zien was. Erg fascinerend als je op de details gaat letten, letterlijk ieder stukje tempel was gedecoreerd met zeer gedetailleerde driedimensionale figuren.
Zondag was de dag dat we om 7 uur ’s ochtends vertrokken voor een lange tocht terug naar Dhaka, de hoofdstad, waar we vorige week zijn aangekomen op het vliegveld. Na een zeer lange autorit kwamen we eind van de middag gaar aan in het TLM guesthouse in Dhaka. Aangezien we het dagelijkse avondmaal nogal beu waren en er ook van overtuigd waren dat we ook hier in het geusthouse in Dhaka niet veel verder zouden komen dan rijst en kip, besloten we met de benenwagen de stad in te gaan op zoek naar een beter alternatief. We belandden in de Pizza Hut, heerlijk om na dagenlang weinig gevarieerd gegeten te hebben, even wat anders te eten. Nu klink ik misschien verwend, maar wij zijn hier gewoon duidelijk niet aan gewend en dat is duidelijk te merken aan hoe je je voelt overdag. Opvallend was dat duidelijk de rijkeren onder de Bengalen kwamen dineren in de Pizza Hut. Allen chique gekleed, mannen in pak, vrouwen in de mooist gedecoreerde sari’s, je zou het overdressed kunnen noemen voor een, in onze ogen, simpel hapje eten in de Pizza Hut.
Maandagochtend zijn we door een chauffeur van TLM naar het ICDDR,B gebracht. Het ICDDR staat voor International Centre for Diarrhoeal Disease Research, wat uiteraard erg aantrekkelijk klinkt om een bezoek aan te willen brengen. Per toeval ontdekte mijn vader dat een oud collega van hem daar werkzaam is. Na eindeloze gesprekken tussen mijn vader en Hubert, waarin ik moeite moest doen niet af te dwalen, een rondleiding en een lunch (kip met rijst) in het ICCDR,B, zijn we op pad gestuurd met twee masterstudentes biochemie. Erg leuk en interessant om met twee locals, van ongeveer mijn leeftijd, Dhaka te verkennen. Ze konden ons veel vertellen en we zijn met hen op plekken geweest die we zelf nooit hadden kunnen vinden. Ik keek m’n ogen uit in het oude stadsdeel, waar het nóg een grotere chaos, nóg drukker en nóg smeriger is dan het gedeelte wat ik tot dan toe had gezien. Ik vraag me af waarom mensen hier uberhaupt nog met een voertuig de weg op gaan, aangezien je vaker stil staat dan rijdt en je dus in mijn ogen te voet sneller op je bestemming zal zijn. De twee studentes hebben ons naast de hindoe street in het oude stadsdeel, ook het universiteitsterrein en de parlementgebouwen laten zien.
’s Avonds zijn we langsgegaan bij het huis van de oud collega van mijn vader. Prachtig groot huis aan een meer en tóch midden in de stad, met fulltime drie bewakers, een kokkin, een dienstmeisje, een chauffeur en een tuinman in dienst. In mijn ogen wat overbodig om zó veel personeel in dienst te hebben, maar de werknemers hebben het echter bij de familie relatief erg goed aangezien ze er fatsoenlijk te eten en onderdak krijgen.
Rest mij nu alleen nog te vertellen over de dag van vandaag. We moeten echter morgen vroeg op en het is hier momenteel al laat, dus ik besluit maar te gaan slapen en zodra ik weer tijd heb verder te gaan met mijn blog. Alvast een klein voorproefje: vandaag was er sinds 3,5 jaar een massale volksopstand in Bangladesh (hartal genaamd) en mijn vader en ik zijn nu net terug van een islamitische bruiloft waar wij per toeval in verzeild raakten…
Morgen belooft een zeer interessante dag te worden. ’s Ochtends zal ik door werknemers van het ICDDR,B mee de sloppenwijken van Dhaka in worden genomen. Hier zijn enkele ontwikkelingsprojecten gaande en ik zal een kijkje mogen nemen bij deze projecten. Erg spannend, vooral ook omdat ik alleen met Bengalen op pad ga. Mijn vader zal in het ICDDR,B blijven en daar conversaties houden met andere artsen. Het zal een unieke ervaring voor me zijn om een kijkje te mogen nemen in de sloppenwijken, aangezien dit nou niet bepaald een plek is waar je je normaal gesproken als toerist zal bevinden.
Over dit alles volgt later meer!
Liefs,
Daphne
-
30 November 2010 - 19:58
Pepa Santolaria:
Daphe wat een ervaring! maar Ik blijf bij mijzelf denken. Hoe is het mogelijk dat er nog zo veel armoe bestaat. Het lijkt of het verschil tussen rijk en arm elke dag groter wordt. Geen oplossing?.
Tot heel gauw in onze geprivilegeerde wereld.
Grote kus
Pepa -
30 November 2010 - 22:05
Margreet:
Wat een ervaringen doe je op. Weer een verhaal om van te smullen!Hoe moet dat nou volgende week als je terug bent?
Misschien een idee om een blog vanuit Leiden bij te houden???
Ik kijk wel weer uit naar jullie thuiskomst!
dikke kus Pr
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley