Good karma
Door: Daphne
Blijf op de hoogte en volg Daphne
21 Juli 2011 | India, Udaipur
India... you hate it or you love it. Een veelgehoorde uitspraak, die naar mijns inziens zeker waar is. Qua backpackers die we hier tegen het lijf lopen, loopt zeker 90% procent erbij als hippies die hier op zoek zijn naar spiritualiteit, yoga, meditatie en andere zweverigheden. Daarentegen hebben we ook een belgisch stel ontmoet dat niet bepaald te spreken is over India. Ze zijn tevreden dit land gezien te hebben, maar zullen er nooit, maar dan ook nooit naar terugkeren. Wat betreft mijn gevoelens over India: die zijn nogal variabel. Soms ben ik dit land spuugzat, spuugzat om telkens nagestaart, nageroepen, achtervolgd, gestalkt, afgezet, lastig gevallen en bijna aangereden te worden. Het is een land met een straatbeeld waar ik nooit aan zal kunnen wennen, zo ontzettend verschillend in alle opzichten van Nederland. De enige overeenkomsten die ik zie zijn koeien, koeien en nog een koeien. Groot verschil daarentegen is natuurlijk wel dat deze koeien hier beschouwd worden als heiligst der heiligen. De koeien hebben hier de touwtjes in handen: staat een koe waar hij staat en is hij niet van plan op korte termijn te verplaatsen? Dan blijft hij toch lekker midden op de weg staan en wijkt al het verkeer voor deze heilige uit. 'Een hindoe zal nooit een koe doden'. Dan vraag ik me af: wat gebeurt er dan wanneer een hindoe buiten zijn bedoelingen een koe aanrijdt en deze verongelukt?
Maargoed, ik dwaal een beetje af. In ieder geval is dit land in tijden van de moesson (die nu op volle gang is met vele onverwachte stortbuien inclusief) ook ontzettend groen. Wanneer ik in de trein zit, rijdend door het eindeloze platteland, dan zijn er momenten dat niets anders te zien is dan groen en koeien, momenten waar slechts de kleurrijke sari's van de hardwerkende boerinnen verraden dat ik me nog steeds in India bevindt. Natuurlijk is ook het beeld van de vele indiers, hurkzittend poepend op de treinrails (inmiddels een vrij normaal uitzicht), een beeld dat maar weer de grote verschillen met het thuisfront aantoont.
Om even terug te komen op het feit dat ik soms behoorlijk India moe begin te worden, wil ik daar aan toevoegen dat ik grotendeels van de tijd donders goed besef wat een prachtige tijd ik hier doormaak, wat ontzettend veel nieuwe ervaringen ol op doe en hoe dankbaar ik mag zijn dat ik uberhaupt de mogelijkheid heb het leven in andere landen te mogen ontdekken. Vrijwel alle indiers die ik spreek hebben uberhaupt nog nooit de grens over kunnen steken.
Momenteel verblijven we in een hotel gerundt door een nederlandse die is getrouwd met een man uit Udaipur. Bijzonder, ik vraag me dan ook af of zij deze man ook ooit als twintiger tijdens een backpackreis ontmoet zal hebben? Ik weet in ieder geval wel dat ik een wel heel uitzonderlijke indier zou moeten ontmoeten, wil ik ooit met een indier in zee gaan. Ik betrap mezelf op de neiging indiers als een groot massaal volk te beschouwen. Omdat ik inmiddels wel heb ontdekt dat gesprekken op straat in 90% van de gevallen leiden tot pogingen van afzetterij, heb ik tegenwoordig continu mijn negeerstand aangeschakeld staan.
Laatst werd ik weer even met m'n neus op de feiten gedrukt dat indiers niet allen een en hetzelfde zijn, nadat een jongen van mijn leeftijd zich oprecht zwaar beledigd voelde door mijn negeeracties op straat. Hij werd kwaad en begon te schreeuwen: 'Why are you in India if you don't want to talk with people from India! Then you don't have to come here!' Ik gaf hem het voordeel van de twijfel en we maakten een praatje. Hij gaf toe dat 90% van de indiers dollartekens in de ogen van blanken ziet, maar wilde rechtzetten dat niet alle, maar bijna alle, indiers uit zijn op geld uit de zakken van toeristen. Deze jongen stond al zo'n tien jaar enkelbandjes te verkopen op straat, maar beweerde nooit af te zetten, opdringerig te zijn of te stalken. Zo kan het dus ook.
Over afzetterij gesproken, daar heb ik nog wel een geschikt voorbeeld van te noemen. We bevonden ons in Pushkar, een van de meest heilige hindoe steden, waar alles draait om 'good karma en bad karma'. Vele badplaatsen grenzend aan het Pushkar Lake, werden volop benut door indiers badend in het heilige water. Al direct bij aankomst werden Manon en ik omringd door indiers die ons een mandje met kleurrijk poeder, bloemblaadjes en een kokosnoot in de handen probeerden te drukken. Veel keus hadden we niet en dus lieten we ons maar in de val lokken door beiden een mandje te accepteren en richting een badplaats te lopen, beiden vergezelt door een persoonlijke 'guide' (alles en iedereen in India noemt zichzelf een guide, dus aan de betekenis van dit woord hecht ik allang niet veel waarde meer). Eenmaal plaatsgenomen aan de rand van het meer, moest ik volgens opdracht de uitspraken van mijn guide reciteren, spirituele verwoordingen over karma dit en karma dat, waarbij ik met tussenstops een handje bloemblaadjes met poeder te water mocht laten gaan. Uiteindelijk liepen alle goedbedoelde, spirituele, recitaties over in onderwerpen die slechts nog met geld en donaties te maken hadden. Op dit moment begonnen voor mij al de eerste bellen te rinkelen, zeker nadat het er op neer kwam dat ik verplicht was te doneren voor de armen in de heilige stad Pushkar. Ik heb tot op heden altijd ervaren dat een donatie iets persoonlijks is, iets waarvan de getuigen niet zien hoeveel het bedrag bedraagt. Mijn 'guide' dacht wel even een suggestie te doen: 'some people give 300 rupees, some 500 and some give 700 (ongeveer 11,50 euro) or more. So, tell me how much is your donation, it's your choice'. Dat dacht ik ook. Mijn choice. Inderdaad. Toen ik hem echter kwam meededelen dat ik slechts bereid was 60 rupee te doneren (ik vertrouwde het zaakje al niet), was mijn niet meer zo vriendelijke guide het daar duidelijk niet mee eens en begon hij zowat op slag ruzie met me te maken en zijn hele trucendoos uit de kast te halen om mij toch nog op een ander spoor te zetten. Van binnen kookte ik van woede en stond ik op het punt kwaad weg te lopen, te midden van alle hindoes die bezig waren de heilige grond te kussen en zich onder te dompelen in water waar westerlingen maar beter niet mee in aanraking kunnen komen willen we nog even blijven leven. Ik heb m'n grote vriend meer dan duidelijk gemaakt dat een donatie iets persoonlijks is, dat hij uberhaupt niet zou moeten weten hoeveel ik geef en dat hij al tevreden mag zijn dat ik uberhaupt bereid ben ook maar iets te doneren. Uiteindelijk kwamen we tot het akkoord dat ik 60 rupee zou doneren. In mijn moneybelt vond ik slechts briefjes van tien en nadat ik er vijf tevoorschijn had getoverd en even niet zo gauw een zesde kon vinden, overhandigde ik de indier dan maar het bedrag van 50 rupee, een donatie is immers 'your choice'. De indier, met al zijn goede karma waar hij nog zo over te spreken was, ging pontificaal voor mijn neus de vijf briefjes hardop tellen, om vervolgens zowat woedend tot de conclusie te komen dat ik hem vijf en geen zes tientjes had overhandigt. Ik was er nu zo ontzettend klaar mee, dat ik gauw een zesde briefje uit mijn moneybelt heb weten te vissen, dit briefje zowat in z'n gezicht heb gesmeten, en kwaad zonder bedankje weg ben gelopen.
Ten slotte dan nog het ergste van dit alles: even later in een music school, waar Manon haar grandioze talent voor tabla spelen ontdekte, vertelde ik het hele verhaal aan de musicteacher, om vervolgens in m'n gezicht gesmeten te krijgen dat al dit soort schijnbare 'good karma' figuren aan het heilige lake der Pushkar slechts bedriegers zijn, die keer op keer toeristen in de val weten te lokken, geld bij hen af weten te roggelen en dit geld rechtstreeks in eigen zak te steken. Niks heilige stad met zijn good karma dat alle donaties doneert aan de minder gelukkig geprezenen.
Voor nu wel weer even genoeg gekat op India. Ik heb niets te klagen, ik vermaak me hier kostelijk en geniet volop van de vele bizarre situaties die ik hier ervaar. Vandaag hebben we te paard een tocht door de bergen rondom Udaipur gemaakt, waardoor ik mijzelf vandaag invalide (hier in India: 'physically challenged') mag noemen, gezien het feit dat mijn benen het niet meer toelaten nog te lopen.
Morgen zijn we de gelukkigen die mogen genieten van een acht uur durende busreis (zeker genieten nu we beiden continu kramp hebben en onze buiken op z'n zachtst gezegd niet geheel stabiel zijn) naar Jodhpur, waar we ons avontuur voor slechts een dag zullen voortzetten. Wegens krap tijdschema zijn we genoodzaakt Jodhpur al weer gauw te verlaten en de bus te pakken naar Jaialmer, waar we een kamelentocht van twee dagen door de woestijn van Rajastan hopen te maken, het deel van mijn reis waar ik me al vanaf ver voor mijn vertrek het meest op verheug. Laten we maar zo zeggen: bewaar altijd het toetje voor het laatst.
Tot snel! Nog 10 dagen en ik sta weer op regenachtige nederlandse bodem.
Liefs,
Daphne
-
21 Juli 2011 - 16:04
Willem:
Ha Daphne, Weer een heel verhaal. Erger je niet aan Indiërs. Probeer de humor ervan te zien. Een lach of een grap doet vaak meer dan boosheid.
Je ziet nu meer van India dan ik ooit gezien heb. Heel veel succes en plezier verder. Groet ook aan ManoPr
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley